Orde van Sint-Vladimir

Kruis met Zwaarden en strik
Kruis van de Orde.
Ster en grootkruis van de Orde van St. Vladimir.
Draagwijze van de Orde van St. Vladimir.
Ster en kruis van de Orde van Sint-Vladimir "Met zwaarden op het kruis" uit 1870.
Ster en grootkruis met de Zwaarden van de Orde van St. Vladimir.
Ster en grootkruis voor niet-christenen
Staatsieportret van Alexander III met het grootlint
Tsaar Nicolaas II met het kruis van de orde.

De Keizerlijke Orde van de Heilige Apostelgelijke Vorst Sint-Vladimir (Russisch: Императорский орден Святого Равноапостольного великого князя Владимира, Imperatorskij orden Svjatovo Ravnoapostolnovo velikovo knjazja Vladimira), was een Russische ridderorde. De orde werd op 22 september 1782 (gregoriaanse kalender) door keizerin Catharina II van Rusland "de Grote" ingesteld ter gelegenheid van haar twintigjarig jubileum als tsarina en diende als beloning voor verdiensten "van welke aard dan ook".

De orde was naar de heilige Vladimir, de eerste christelijke vorst van Kiev genoemd. De keizerin stelde ook plaatselijke kapittels in.[1] Sint-Vladimir was voor de Russische tsaren belangrijk vanwege zijn huwelijk met de Oost-Romeinse keizersdochter Anna Porphyrogenitus, het huwelijk was de basis voor de aanspraak van Moskou op de Romeinse en Byzantijnse erfenis, Moskou was het "Derde Rome".

De orde was na de Orde van Sint-Andreas en de voor dames gereserveerde Orde van Sint-Catharina de tweede ridderorde van het Tsarenrijk. De orde kon "aan alle standen" in haar rijk worden toegekend. Het aantal dragers werd niet beperkt. In eerste instantie beoogde de jubilerende Tsarina een civiele orde in te stellen. In de nieuwe statuten was sprake van "trouwe en toegewijde dienst gedurende 35 jaar, het bevorderen van de welvaart door industrie en cultuur. Ook het met gevaar voor eigen leven redden van een ander mens, hulp bij hongersnood en tijdens een epidemie werd in de statuten genoemd. De statuten spraken ook van de verlening aan geestelijken en priesters en van verlening aan diegenen die uitblonken in hun gekozen beroep.[2]

Niets in de statuten belette het verlenen van een willekeurige rang aan een officier of onderofficier, maar in de strenge Russische standenmaatschappij en de streng hiërarchisch georganiseerde ambtenarij werd gaandeweg praktijk dat de Ie Klasse niet aan lager gesitueerden dan de IIIe Klasse zoals vice-admiraal, staatsraad of vice-admiraal werd toegekend. De IIe Klasse van de orde werd voor de IIIe en IVe Klasse gereserveerd, dat waren hoge ambtenaren, generaals-majoor en schouten-bij-n. De IIIe Klasse was voor de IVe en Ve maatschappelijke Klasse zoals kolonels. Het ridderkruis was in de praktijk gereserveerd voor personen die ten minste tot de VIIe maatschappelijke klasse behoorden. Daartoe rekende men luitenants. De verdienstelijke maar lager gesitueerden kwamen voor de Orde van Sint-Anna, de Orde van Sint-Stanislaus of de Orde van de Witte Adelaar in aanmerking.

De twee hoogste graden werden steeds door de keizer, de vierde graad tijdens campagnes ook door de generaals die een commando voerden verleend. De orde gaf de gedecoreerden een nauwkeurig bepaalde maatschappelijke rang; de twee hoogste graden die van een "beambte van de vierde graad" met toegang tot het hof, de derde en vierde graad die van een "beambte van de zesde graad". Het was gebruikelijk dat met eerst een lagere graad in de orde verwierf en vervolgens werd bevorderd. Het was niet toegestaan om daarbij een graad over te slaan. Alleen de tsaar kon bepalen dat iemand direct in de Ie, IIe of IIIe Klasse werd opgenomen. De Russische grootvorsten werden bij hun geboorte in de Orde van Sint-Andreas en daarmee ook in de Orde van Alexander Nevski en na 1815 in de Russisch-Poolse Orde van de Witte Adelaar opgenomen. De Orde van Sint-Vladimir konden zij pas na hun 18e verjaardag verwerven.

De orde was hoger in rang dan de Orde van Sint-Anna, de Orde van de Witte Adelaar of de Orde van Sint-Stanislaus. Alleen de Grote Andreasorde, de militaire Orde van Sint-Alexander Nevsky en de militaire Sint-Georgeorde waren hoger in aanzien. Tot de grootkruisen behoorde dan ook koning Willem II der Nederlanden.

De Russische ridders, commandeurs en grootkruisen moesten bij opname in de orde eenmalig een entree betalen van 450, 225, 45 of 40 roebel. Voor een onderscheiding wegens 35 jaar trouwe dienst werd een uitzondering gemaakt. Ook de in de orde opgenomen vreemdelingen werden vrijgesteld van deze verplichting. Wanneer een drager van de orde dezelfde graad nogmaals, maar nu "met zwaarden" ontving moest hij de halve entree betalen. De orde betaalde aan de oudere leden jaarlijks pensioen uit, daarvoor was 24000 roebel beschikbaar. De tien oudste ridders Ie Klasse ontvingen samen 6000 roebel. Datzelfde bedrag werd verdeeld door de 20 oudste ridders IIe Klasse, de 30 oudste ridders IIIe Klasse en de 60 ridders IVe Klasse.[3] Hun weduwe ontving een jaar lang pensioen. De orde deed ook aan liefdadigheid. De leden mochten het kruis en lint van de orde als heraldisch pronkstuk in hun wapen opnemen. Een voorgeschreven ordekleding was er niet.

Totdat Nicolaas II daar in 1900 een einde aan maakte verkregen alle dragers van de vier graden erfelijke adeldom die op hun oudste zoon overging. Kooplieden werden "Ereburger oftewel "почетное гражданство" wat maatschappelijke en fiscale privileges meebracht. Vanwege het grote aantal benoemingen schrapte Nicolaas II de erfelijke adeldom voor de nog te benoemen IVe Klasse. Lenin, wiens vader ridder in de Orde van Sint-Vladimir was geweest, werd daardoor niet getroffen.

  1. Российские императорские и царские ордена: (Nl: Een korte historische schets, uittreksels uit de orde, statuten en reglementen van het dragen van ordes; namens de kanselier van de Russische Keizerlijke en Koninklijke ordes.) (краткий исторический очерк, выдержки из орденских. статутов и правила ношения орденов / по поручению канцлера российских императорских и царских орденов.) St. Petersburg: [sn], 1901. 93 ss 33rd (Russian) Hereinafter Российские императорские и царские ордена 1,901th
  2. Prins Dimitri Romanov, Blz. 43
  3. Robert Werlich p. 13

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search